PUTTEN – Man of vrouw, jong of oud, kerkelijk of niet, een meerderheid van de Puttenaren heeft geen duidelijke voorkeur als het gaat om de aanstelling van een nieuwe burgemeester. Dat komt naar voren uit een enquête die Wij Putten afgelopen zaterdag onder winkelend publiek in de Dorpsstraat heeft gehouden. Ruim 160 passanten vulden een formulier in.
Komende donderdag wordt in de gemeenteraad het profiel van de nieuwe burgemeester besproken en Wij Putten wilde met deze enquête de mening van de Puttenaren peilen.
Slechts 5 procent heeft het liefst een man als burgemeester, terwijl 21 procent de voorkeur geeft aan een vrouw, zo bleek. Maar de overige 74 procent maakt het niks uit. Eenderde vindt dat de eerste burger kerkelijk meelevend moet zijn, 27 procent vindt van niet, maar een meerderheid van 40 procent van de passanten maakt het niet uit. Exact eenzelfde verdeling was er bij de vraag of het tijd is voor jong aanstormend talent of dat ervaring voorop staat: eenderde kiest voor jong, 27 procent voor ervaring, maar de rest wil gewoon de beste.
Ook over de politieke kleur maakt de Puttenaar zich niet erg druk: 40 procent heeft liefst een burgemeester die geen lid is van een politieke partij, maar 53 maakt het niet uit tot welke stroming de burgemeester zich rekent. De overige 17 procent heeft wel een voorkeur, maar is nogal verdeeld. Het CDA werd twee keer genoemd en verder; VVD, SP, PVV en Wij Putten. ‘Niet zwaar christelijk’, werd ook genoemd, terwijl een ander de ChristenUnie en de SGP wil uitsluiten van dit ambt.
Ook is gevraagd waar de nieuwe burgemeester in zijn of haar werk de nadruk op moet leggen: als echte burgervader of -moeder aanwezig zijn bij lief en leed, of in Den Haag en Arnhem opkomen voor Puttense belangen. Tweederde kiest voor het eerste, de rest kiest voor het lobbywerk. Een praktische vraag was of de nieuwe burgemeester zelf op zoek moet naar een woning, of dat Putten een hoop gedoe kan voorkomen door een ambtswoning ter beschikking te stellen. Laat hij of zij toch maar zelf wat uitkiezen, zegt ruim driekwart.
Tot slot is de passanten gevraagd of ze wellicht een kandidaat op het oog hebben. De meesten hadden geen idee, maar een paar namen sprongen eruit: wethouder Ard Kleijer en oud-wethouder Evert de Graaf werden drie keer genoemd en oud-raadslid Elly van Geest zelfs vier keer. ‘Als ‘ie maar niet uit Putten komt’, was ook een van de reacties.
Wij Putten geeft de uitkomsten van enquête mee aan de vertrouwenscommissie, die de komende maanden een geschikte burgemeesterskandidaat moet gaan zoeken. Ook Wij Putten is in deze commissie vertegenwoordigd.
Hoe kun je als CDA-raadslid meeprofiteren van goede besluitvorming in de gemeenteraad als je de betreffende vergadering vanwege vakantie hebt gemist? Die vraag stelde Arres Huijgen zichzelf. Zijn antwoord: een ingezonden brief in de Puttenaer. In die brief complimenteert hij alle partijen in de gemeenteraad (inclusief zijn eigen CDA-fractie) voor besluitvorming over de Groene Scheg. Daar past maar één reactie op: ‘Arres, dank je wel; complimenten aanvaard.’
Hij voegt er in zijn brief nog aan toe dat hij bereid is vaker op vakantie te gaan als dat de besluitvorming in de raad ten goede komt. Ik had dat niet willen suggereren, maar als Arres Huijgen het zelf voorstelt… Ik ben benieuwd of overige CDA-fractieleden zijn suggestie zullen overnemen.
Zonder nu op iedere slak zout te willen leggen, vraagt de brief wel om een reactie. Zo gooit hij Wij Putten op één hoop met de voormalige PvdA/GroenLinks. Onjuist natuurlijk. Wij Putten is een nieuwe lokale partij zonder enige binding met welke landelijke partij dan ook. In Wij Putten zitten mensen met verschillende achtergronden. Een partij die het belang van de lokale samenleving voorop zet. Een partij die het bestuur van de gemeente de komende jaren dichter bij de Puttenaren wil brengen.
In zijn brief vraagt Arres Huijgen ook om snelle uitvoering van oude raadsmoties over de fietstunnel Bijsteren en de verkeerssituatie in Stenenkamer. Maar met die opmerkingen vervalt hij weer in de oude CDA-fout. In de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van maart jl. kwam het CDA met allerlei dure voorstellen. Het kon niet op, zo leek het. Alleen de wereld is gedurende de laatste 2 jaar sterk veranderd. Door de financiële crisis is de huizenbouw in geheel Nederland ingezakt, en dat kost ook Putten vele miljoenen. Het nieuwe kabinet gaat naar verwachting 18 miljard euro bezuinigen. Ook dat gaat de gemeente Putten hard raken. Is het dan zo raar als o.a. Wij Putten even op de rem trapt? Is het echt zo raar als de gemeenteraad binnenkort nog even heel goed kijkt wat financieel wel en niet kan?
Het geld groeit ons niet op de rug. En we willen de Puttenaren niet de rekening laten betalen via hogere belasting. Daarom moet de gemeenteraad binnenkort gezamenlijk prioriteiten stellen en keuzes maken. En als de CDA-fractie dan niet met vakantie is, kan ze gewoon meedoen. Zo’n aanpak, via openbare besluitvorming waar iedereen aan kan meedoen, is voor sommigen kennelijk nog even wennen.
De verkiezingen zijn geweest. De lokale politici van landelijke partijen kunnen weer aan hun eigen werk. Zal tijd worden, want in Putten bijvoorbeeld ligt het politieke werk van de commissie Samenleving zo meteen meer dan een half jaar stil. Juist in een tijd van economische neergang, groter wordende sociale onzekerheid zou het gemeentebestuur de vinger aan de pols moeten houden. Maar op dit moment heb ik als raadslid geen idee van de ontwikkelingen op de Puttense arbeidsmarkt (werk en bijstand).
De verkiezingen zelf hebben op de Puttense samenleving niet zoveel invloed. Ard Kleijer haalde 91 stemmen. Of dat veel of weinig is, lees ik wel in zijn weblog. ChristenUnie scoort overigens, bij een hogere opkomst, beduidend lager dan in maart 2010. Maar gelukkig is er altijd wel een statistiek op basis waarvan iemand positief gestemd raakt. De CU steeg t.o.v. 2006 in Putten lichtelijk, terwijl de landelijke tendens juist dalend is. Het CDA daarentegen scoort, ondanks het dramatisch verlies, nog altijd beter dan in maart bij de gemeenteraadsverkiezingen. Zo zie je maar, we moeten landelijke en lokale verkiezingsuitslagen niet willen vergelijken. Wel jammer voor de lokale VVD.
Voor Putten is het nieuwe kabinet van meer belang. Wordt het VVD, PVV en CDA. Of wordt het PvdA, CDA met wat kleinere partijen. Of paars-3? Voor Putten is met name het tempo waarin bezuinigd gaat worden (en waarop) van belang. Dat raakt het takenpakket van de gemeente en de gemeentefinanciën. En over die gemeentefinanciën gaat het donderdag a.s. in de raadsvergadering. Het college heeft de uitgangspunten voor de begroting van de komende jaren (de kadernota) n.a.v. de commissievergadering aangepast. Het college heeft de kadernota geplaatst in het perspectief van de eigen missie voor de komende 4 jaren en de OZB-verhoging van tafel gehaald. Met deze kadernota zullen CU, Wij Putten en SGP in grote lijnen wel uit de voeten kunnen. Uiteindelijk gaat het om de werkelijke begroting 2011 – 2014, en die stellen we pas in november vast. Dat duurt nog even.
Dus is er nu tijd genoeg om invulling te geven aan het bestuursconvenant. De eerste uitwerking ligt er al. In de commissie Middelen van volgende week staat de reclamebelasting op de agenda. Dat klinkt wel wat anders dan de BIZ-belasting uit het bestuursconvenant, maar dat zal de wethouder wel kunnen uitleggen. Reclamebelasting, als er één schaap over dam is volgen er meer.
Op de één of andere manier lukt het maar niet om enige regelmaat in mijn bespiegelingen te krijgen. Een week is voorbij, voordat ik het weet. Dus toch maar even achter de PC gekropen. Over een uur begint het slotdebat voor de landelijke verkiezingen. Als lokale partij heeft Wij Putten daar geen energie ingestoken, maar als kiezer volg ik de politieke ontwikkelingen natuurlijk op de voet. De kiezer is op drift, onzeker over de toekomst. Niet alleen in Nederland, maar bijvoorbeeld ook in België waar zondag de stembussen opengaan. De financiële crisis houdt ons in de houdgreep, vooral in Europa.
In Putten hebben we, vooruitlopend op de komende bezuinigingen, in het coalitieakkoord al flink wat bezuinigingen opgenomen. Zo’n € 2 miljoen gaan we besparen. Dat is voor Puttense begrippen heel veel. Daarbij hebben we afgesproken dat we de OZB slechts met de inflatiecorrectie zullen verhogen. Alleen als we nog voor veel grotere besparingen komen te staan, dan en alleen dan gaat de OZB extra omhoog.
Het nieuwe college, met Wij Putten erin, is de afgelopen weken hartstikke druk geweest met de voorbereidingen voor de begroting voor 2011 en de jaren daarna. Geen gemakkelijke klus, maar gelukkig was er tijdens de formatie al veel voorwerk gedaan. Toch was ik verrast om te lezen dat het college de OZB voor de jaren 2014 en 2015 met 3 resp. 5% extra wil verhogen.
Nu is 2014 en 2015 nog heel ver weg! En er kan nog ontzettend veel gebeuren. Maar toch. Dus heeft Wij Putten in de commissie Middelen aangegeven dat het coalitieakkoord moet worden uitgevoerd. De gedachte aan een OZB-verhoging beschouw ik als een opstartprobleempje van het nieuwe college, maar wel een vervelende. De lokale media pikten de OZB-verhoging terecht op. Voor de beeldvorming van het nieuwe college natuurlijk vervelend.
Of die € 2 miljoen bezuinigingen genoeg zal zijn, dat moeten we afwachten. Ik denk dat we het pas echt weten in het voorjaar van 2011. De bezuinigingen op rijksniveau zullen ons allemaal gaan raken, daarom laten we de gemeentelijke lasten in Putten als het even kan niet extra stijgen. Dat is de opdracht aan de fracties van ChristenUnie, Wij Putten en SGP en natuurlijk ook aan het nieuwe college.
De kop is er af. Vorige week dinsdag was de eerste bijeenkomst van de commissie Ruimtelijke Zaken. In die vergadering stelde de heer Huijgen (CDA) een interessante vraag over de keuze van het plaveisel aan de Bosrand.
Wat is het geval. Vorig jaar ontstond er onrust over de reconstructie/onderhoud van de Bosrand, Kastanjelaan en Prins Hendrikweg. Eenvoudig gezegd ging het over: draaien we daar asfalt of gooien we er klinkers in. De bewoners kwamen naar een informatieavond met het idee dat ze nog konden meepraten. Maar op die avond bleek dat het college al gekozen had voor klinkers. De mensen natuurlijk boos. Dus besloot het college alsnog via een enquête de mening van de aanwonenden te peilen.
Op 20 april besloot het college de reconstructie/onderhoud met deels klinkers en deels asfalt uit te voeren. Onduidelijk bleef wat de uitslag van de enquête was. Raadslid Huijgen was over de gang van zaken verbaasd. Ik ook. Het ging natuurlijk om een besluit van het vorige college met toen nog het CDA erin. Moedig van Huijgen om daar vragen over te stellen.
In eerdere bespiegelingen heb ik de gang van zaken rondom de Bosrand al als voorbeeld genoemd van gebrekkige communicatie door het college. Het oude college heeft in zijn laatste vergaderdag op 20 april die lijn nog even doorgetrokken. Continuïteit van beleid heet dat.
Had het anders gekund? Lijkt me wel. Het college neemt eenvoudigweg een besluit op basis van de uitkomsten van de enquête en maakt zijn besluit tegelijkertijd met de uitkomsten van de enquête bekend. Dan snapt iedereen wat er aan de hand is en voorkom je allerlei gedoe. Natuurlijk leg je in de toelichting de verbinding tussen besluit en enquête-uitkomst.
Voor Wij Putten is een andere wijze van besturen heel belangrijk. Dat is één van de hoofdredenen waarom we Wij Putten hebben opgericht en waarom Wij Putten meedoet in het college. Anders besturen betekent dat we vooraf in gesprek willen met de betrokkenen en heel goed naar hun argumenten willen luisteren. Het gemeentebestuur neemt vervolgens een goed gemotiveerd besluit en legt dat vervolgens goed uit. Zo willen we het in de toekomst graag zien.
Inmiddels zijn de aanwonenden aan de Kastanjelaan, Bosrand etc. via een brief door de gemeente geïnformeerd over de uitkomsten van de enquête. Op basis van enkele signalen krijg ik de indruk dat het oude college de uitkomsten van de enquête in zijn besluit serieus heeft meegenomen. Als raadslid ben ik (nog) niet geïnformeerd.
Conclusie: inhoudelijk is er waarschijnlijk niet veel aan de hand, maar qua overheidscommunicatie moet er nog wel een verbeterslag worden doorgevoerd.
Het gekijf in de media over de reden waarom het CDA niet in het college zit, gaat deze week nog vrolijk door. Het CDA blijft maar zout in eigen wonden strooien en krijgt op eigen verzoek publiekelijk oorvijg na oorvijg. Je moet er maar lol in hebben.
Voor Wij Putten is het nieuws natuurlijk dat we deelnemen aan het nieuwe college van burgemeester en wethouders. Daarom besloot het bestuur van Wij Putten om afgelopen woensdag met een flyer de markt op te gaan. Uitleggen aan onze eigen inwoners waarom we meedoen, dat past in de lijn van Wij Putten. We hadden woensdag ook nog eens prachtig voorjaarsweer, wat kan er dan nog misgaan?
Nou, nog een heleboel. Binnen een half uur zat ik al op het gemeentehuis. In Putten mag je als politieke partij niet zo maar de markt opgaan om met behulp van gedrukt materiaal uit te leggen waarom je deelneemt in het nieuwe college. Dat moet je eerst aan datzelfde nieuwe college vragen. Kosten: € 16,–.
In eerste instantie dacht ik nog dat iemand een grapje met me wilde uithalen. Waar is die Frans Bauer? Maar het was bloedserieus. Artikel 2.1.3.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening verbiedt verspreiding van gedrukt materiaal. Het eerste lid van dit artikel luidt:
1. Het is verboden gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen onder publiek te verspreiden dan wel openlijk aan te bieden, aan te bevelen of bekend te maken op of aan door het college aangewezen wegen of gedeelten daarvan.
(Overigens geldt deze situatie in heel veel andere gemeenten.)
Verspreiding van commercieel drukwerk aan banden leggen, dat snap ik. Maar dat het ‘openbare orde’-argument ook geldt voor politieke partijen, dat had ik werkelijk niet gedacht.
Is de werking van artikel 2.1.3.1. van de APV niet te rigide? Heeft de gemeenteraad van Putten echt bedoeld om politieke partijen op deze wijze aan banden te leggen? Verkoop van een krantje is echt iets anders dan een flyer van een politieke partij. Ik mag dus op de markt niet eens het bestuursakkoord uitdelen, aanbevelen of zelfs maar bekend maken. Ik mag zelfs mijn visitekaartje niet overhandigen. Ook oppositiepartijen moeten eerst aan het college ontheffing vragen om op de markt te mogen uitleggen waarom ze het collegebeleid niet steunen.
Je moet natuurlijk uitkijken om niet te grote woorden te gebruiken, al speelt artikel 7 van de Grondwet (vrijheid van meningsuiting) hier wel een rol. De rechtstaat komt er echt niet door in gevaar, maar het is wel een belemmering van het functioneren van de lokale democratie. Te meer omdat er ook kosten aan het verkrijgen van een ontheffing zijn verbonden. En laten we eerlijk zijn, zou het college een verzoek tot ontheffing weigeren? Ik kan me het niet voorstellen. Ik denk dat we hier eerder te maken hebben met een gevalletje ‘iets te veel geregeld’.
In de raadsvergadering van donderdag 22 april jl. is Roelof Koekkoek, van Wij Putten, als wethouder gekozen in het nieuwe college. Een college van ChristenUnie, Wij Putten en SGP. Wij Putten definitief in het college.
Toch was het gespreksonderwerp van de avond niet dat Wij putten ‘erin’ zat, maar dat het CDA ‘eruit’ lag. In 1994, met paars, gebeurde dat al landelijk. Nu, 16 jaar later, ook in Putten. En daar is zelfs D66, zoals in 1994, niet voor nodig. Niemand heeft een abonnement op het dagelijks bestuur, en dat is maar goed ook. Dat komt het democratisch gehalte van het lokaal bestuur alleen maar ten goede.
Ook opvallend, Jan van Putten wees er fijntjes op, is dat er 3 vrouwen in de raad zitten. Slechts drie. Alleen ChristenUnie, Gemeentebelangen en Wij Putten hebben ieder één vrouwelijk raadslid. Ook Wij Putten lukte het niet om meer vrouwen hoog op de lijst te krijgen. Dat is wel heel mager, niet echt een afspiegeling van de Puttense samenleving.
Maar gespreksonderwerp of niet, het meest opvallende is toch gewoon dat Wij Putten in het college zit. Een partij die maandag 26 april haar ½-jarig bestaan viert. Vanuit het niets, zo in het college. Dat zie je niet vaak. Nu was voor Wij Putten deelnemen aan het college geen ‘must’. Ons ging het vooral om de inhoud. En die inhoud, het collegeakkoord, is ronduit goed. Wij Putten staat er vierkant achter.
Voor Wij Putten is het belangrijk dat het nieuwe college veel meer de Puttenaren gaat opzoeken. Heel goed luisteren naar de eigen inwoners als het over hun buurt of wijk gaat. Dat neemt niet weg dat uiteindelijk het college en de raad de besluiten nemen. En ook die besluiten moeten goed worden uitgelegd. Kortom, een andere stijl van besturen.
Daarom is het heel mooi dat Wij Putten de portefeuille openbare ruimte heeft gekregen. Dat gaat over het groen en de wegen, dus over de directe leefomgeving van de mensen.
Daarom is het heel mooi dat Wij Putten de portefeuille ‘wijkgericht werken’ heeft gekregen. Dan hebben we het over het betrekken van de inwoners bij besluitvorming over hun eigen straat en wijk.
Daarom is het heel mooi dat Wij Putten de portefeuille communicatie heeft gekregen. Want communiceren is het moeilijkste wat er is. Communiceren is tweerichtingsverkeer. We moeten communiceren voorafgaand aan besluitvorming en daarna.
Wij Putten mag tevreden zijn met dit bestuursakkoord en de portefeuilleverdeling. Wij Putten in het college, dat is toch wel het meest opvallende resultaat van de gemeenteraadsverkiezingen 2010.
‘Als de ontwikkelingen in het bedrijfsleven ons iets hebben geleerd, is het wel dat schaalvergroting niet de ideale weg is. Kleine, homogene eenheden werken effectiever.’
Geen zin die deze Herman voor u heeft verzonnen (helaas), en ook geen citaat van Pim Forteijn. Nee, deze zinsnede is van Herman Tjeenk Willink, vice-president van de Raad van State. Hij uitte vorige week kritiek op de landelijke politiek omdat deze partijen in hun verkiezingsprogramma’s gebiologeerd zijn door bezuinigingen. Er moet bezuinigt worden en de één zet nog hoger dan de ander. De waterschappen moeten worden samengevoegd met provincies. Gemeenten moeten meer gaan samenwerken in regios en kleine gemeenten moeten worden opgeheven. Tjeenk Willink vraagt zich af of er ook nog een visie achter die bezuinigingsdrift zit.
‘Putten gaat € 2 miljoen bezuinigen’, dat is de kop in de Stentor van zaterdag 17 april jl. Dit n.a.v. de presentatie van het nieuwe coalitieakkoord tussen CU, Wij Putten en SGP. Natuurlijk ben ik trots op het feit dat Wij Putten mee doet in het nieuwe college. Knap staaltje werk van Wij Putten, een vereniging die pas op 26 oktober 2009 werd opgericht. Maar Wij Putten gaat natuurlijk niet deelnemen aan een college om we dol zijn op bezuinigen. Sterker nog, dat bezuinigen is geen hoofdzaak. Geld is slechts een middel.
Waar gaat het wel om. Wij Putten wil dat ons dorp op een andere manier wordt bestuurd. Niet meer zoals in het verleden over de hoofden heen van de burgers, maar veel meer samen met onze eigen inwoners. Niet meer zwijgen in de gemeenteraad, maar uitleggen en verantwoording afleggen.
Daarom zet het nieuwe college in de komende 4 jaar zwaar in op het wijkgericht werken. In overleg met bewoners gaan we het geld voor het onderhoud van groen en wegen gericht inzetten in buurten en wijken. Dus niet alleen vanuit het gemeentehuis de plannen maken, maar met de mensen. Het is tenslotte hun straat, hun wijk. Zij wonen er!
Maar daar blijft het niet bij. Het college gaat ook samen met de bewoners een buurtgericht veiligheidsactiviteitenplan opstellen. Jongeren betrekken bij het opstellen van het jeugdbeleid. Onze eigen inwoners krijgen ook meer mogelijkheden om invloed uit te oefenen op het gemeentelijk beleid. Daarvoor gaan we ook investeren in gemeentelijke communicatie.
En inderdaad, financieel zullen we een stapje terug moeten doen. We denken nu dat het gaat om € 2 miljoen op jaarbasis in 2014. In de jaren daaraan voorafgaand zal het minder zijn. Maar het is een aanname, wie het echt weet, mag het zeggen.
Wij Putten heeft in het verkiezingsprogramma staan dat we geen MFC en rondwegen willen. In het collegeprogramma is dat overgenomen. Zo krijgt die € 2 miljoen snel invulling. Ook versoberen we plannen om bedrijfsterreinen en het straatwerk in het centrum te verfraaien.
En zo kan het dus gebeuren dat het nieuwe college de budgetten voor het onderhoud van groen en wegen ongemoeid laat, de ondersteuning van de kwetsbare groepen in het dorp in tact laat en zelf investeert in het welzijn van onze burgers.
Dat is het verhaal van het nieuwe college. Gericht investeren en bezuinigen met verstand. Een crisis zodanig benutten dat je sterker uitkomt. Het collegeakkoord ‘Samen voor Putten’ voldoet daaraan.
Dus heeft Tjeenk Willink het bij het rechte eind. En gemeentelijke herindelingen? Daar gaan we even geen tijd aan besteden. We hebben in Putten wel wat beters te doen.
‘Raadslid’, dat was de eerste gedachte toen ik, na een veel te korte nacht, op 4 maart wakker werd. Dat was wel even wennen. Maar, niet geaarzeld. Dus heb ik direct bij mijn werkgever melding gemaakt van dit heugelijke feit, zoals dat hoort. Je moet daarover geen gras laten groeien. Ook mijn bestuurslidmaatschap van het Christelijk College Groevenbeek heb ik met onmiddellijke ingang opgezegd. Zelfs de schijn van belangenverstrengeling wil ik voorkomen. Groevenbeek heeft tenslotte een dependance in Putten.
Maar was al die haast nou wel nodig? Nou, tot nu toe heb ik sinds 3 maart jl. de raadzaal eenmaal van binnen gezien. Dat was tijdens de installatie van de nieuwe raad. Daarna ben ik er niet meer geweest. Deze week kreeg ik een mailtje vanuit het gemeentehuis. De raadsvergadering van 8 april gaat niet door, geen dringende onderwerpen. De eerstvolgende inhoudelijke raadsvergadering is op 3 juni a.s. Tussendoor moeten nog wel de nieuwe collegeleden gekozen worden.
Was al die haast dan wel nou nodig? Jazeker wel, maar waarschijnlijk was ik wat te ongeduldig. Had ik andere verwachtingen.
Geen dringende onderwerpen, voor de gemeenteraad. De raad mag dan het hoogste orgaan binnen de gemeente zijn, dat betekent nog niet dat de raad vaak bijeen moet komen. Eén keer in de drie maanden is kennelijk, in een tijd van financiële en economische crisis, voldoende.
Sinds de verkiezingen van 3 maart jl. is het huidige college demissionair. Dat betekent dat er geen nieuwe, controversiële zaken worden opgepakt. Dat is een goed gebruik in bestuurlijk Nederland. Maar toch vind ik het opmerkelijk dat zich ruim 3 maanden lang geen dringende onderwerpen aandienen. Ook niet-controversiële onderwerpen zouden best dringend kunnen zijn. Maar nee, geen dringende onderwerpen voor de gemeenteraad in Putten. Ben benieuwd hoe dat verder gaat.
Beetje bij beetje komt bij mij het besef dat Wij Putten bij de gemeenteraadsverkiezingen op 4 zetels is uitgekomen. Op 122 stemmen na de grootste partij van Putten! Deze uitkomst overtreft mijn stoutste verwachtingen, al kreeg ik de laatste weken wel het gevoel dat die derde zetel erin zat. Natuurlijk schept 4 zetels verwachtingen en verplichtingen. Dat is logisch, maar de Wij Putten fractie is er klaar voor. Laat het formatie- en raadswerk nu maar beginnen.
Eind oktober 2009 werd Wij Putten opgericht, vier maanden later is Wij Putten zelfs de grootste partij op 7 van 18 stembureaus: Andreaskerk, Van Damschool, De Schauw, De Wegwijzer, Op ’t Veld, De Pelikaan en De Schuilplaats. Wij Putten van 0 zetels op 4. Ik heb het niet nagezocht, maar ik denk dat een dergelijke verschuiving nog niet eerder heeft plaats gehad in Putten. In dat geval is het een historische overwinning. Wij Putten sprak veel kiezers aan en dat is goed om te constateren. Een lokale partij met inhoud. Zo hebben we ons ook gepresenteerd, op inhoud. De campagne van Wij Putten was natuurlijk voortreffelijk, dat moet gezegd worden. Een compliment voor al diegenen die hun steentje daaraan hebben bijgedragen. En …., er moet nog iets te wensen overblijven voor over 4 jaar!
Maar, de uitslag heeft ook een andere kant. Scoorden ChristenUnie, CDA en SGP in 2006 nog gezamenlijk 6.470 stemmen, in 2010 is dat 5.804 stemmen. In percentages: in 2006 hadden ze gezamenlijk 52,41% van het aantal uitgebrachte stemmen, in 2010 is dat 50,05%. Dus de 3 partijen scoren 2½ % minder. Toch komen ze met één zetel meer thuis, want in 2006 hadden ze gezamenlijk 10 zetels en nu 11. Minder stemmen en toch meer zetels, zo zit het Nederlands kiessysteem nu eenmaal in elkaar. CU, CDA en SGP hebben goed gebruik gemaakt van de lijstverbinding. Dat leverde hen één restzetel extra op, een restzetel die anders naar Gemeentebelangen was gegaan.
Wat dit alles voor de formatie betekent, blijft voorlopig nog een vraag. In de Stentor van zaterdag jl. lees ik de aanpak die formateur Kleijer voor ogen heeft. Het is maar goed dat ik een abonnement op de Stentor heb, zo blijf ik bij.