info@wijputten.nl

Nieuws

Bespiegeling: Groot en sterk

Geplaatst op 27 december 2011

Koken was nooit zo mijn moeders ding. De smaak van de prak was dan ook navenant. Toch moest het opgeschepte genuttigd worden, samen met moeders motivatie dat je er groot en sterk van zou worden. Nooit heb ik begrepen wat de meerwaarde van groot en sterk dan toch is. Groot ben ik nooit geworden en of ik sterk ben meen ik te betwijfelen. Toch kan ik uitstekend mijn eigen broek ophouden, slechts geholpen door een leren riem.

De commissaris van de Koningin van Gelderland heeft vroeger denk ik dezelfde moederlijke woorden tot zich moeten nemen; een smakelijke pot stond er toen bij Cornielje waarschijnlijk  ook niet op tafel. Volgens Cornielje moet je dan ook groot en sterk zijn om zelfstandig te kunnen blijven, wat een conformistische quatsch! Moederlijke motivatie om je iets door de strot te douwen wat je eigenlijk helemaal niet lust en maar roepen dat het goed voor je is.

Zelfstandigheid, onafhankelijkheid, of autonomie zo u wilt, is een groot goed en gelieerd aan vrijheid. Door het inperken van deze verworvenheid ontstaat een identiteitscrisis, het eigen zijn raakt verstrikt, hoogst verwerpelijk lijkt me.

Gelukkig is daar ons standvastig burgerlijk hoofd. ‘Putten blijft zelfstandig’, aldus een strijdvaardige Lambooij, zijn ambtsketen rammelt ervan. Zijn woorden klinken vigoureus, alsof hij niet van wijken weet en zijn vuisten balt, heerlijk! Het gehele college sluit naadloos de gelederen en schaart zich achter Lambooij.

Met zoveel steunende schouders moet het toch lukken zelfstandigheid te kunnen dragen. Samenwerken met buurtgemeenten hoeft autonomie niet te ondermijnen. Samenwerken is delen. Als je iets deelt blijft er in theorie altijd minder over dan je in eerste instantie had verworven, maar dat is didactisch gejeremieer. In praktische zin levert het juist een berg op: Kennis, ervaring, gemeenschapszin en financiële geneugten zijn zo maar wat bestandsdelen die gegenereerd kunnen worden. Collectief inkopen betekent efficiënter de centen beheren. Het gevaar dreigt echter dat deze inkopen buiten onze stadsmuur plaatsvinden. Teloorgang van onze plaatselijke middenstanders ligt op de loer. Daar moet wel een balans in worden gezocht, delen dus die hap.

Om samen te werken is een flexibele werkhouding noodzakelijk. Nou is flexibiliteit niet het eerste woord dat bij me opkomt als ik ‘s nachts over een ambtenaar fantaseer. Een lesje buigzaamheid zou tot wat meer souplesse kunnen leiden bij ons ambtelijk apparaat en samenwerking optimaliseren.

Maar wat vind ons volk hier nou van. Vervagende grenzen, herindeling, kortom het afbrokkelen van onze zelfstandigheid. Wij Putten moet zich in haar afgrijselijke bodywarmers wurmen, de straatstenen eruit en oproepen tot waakzaamheid; er een enquête tegenaan plenzen om te polsen, democratie laten zegevieren. We laten ons nondeju niet ringeloren!

Houd stand gemeentebestuur en wijk niet. Wees kritisch en behoedzaam en omarm uw burger met openheid. Putten heeft groot en sterk niet nodig. We zijn wie we zijn, en het is goed zo.