info@wijputten.nl

Nieuws

Politiek is leuk, hilarisch soms

Geplaatst op 17 juli 2017

Op 6 april diende de SGP een motie in, gesteund door ChristenUnie, Gemeentebelangen en VVD. In deze motie werd het college verzocht
• De kosten van centraal plakken door de gemeente alsmede de kosten van voorbedrukte verkiezingsborden in beeld te brengen
• De gebruikservaring van andere gemeenten te inventariseren

Wij Putten heeft deze motie, evenals CDA niet gesteund.

Belastinggeld besparen.
De SGP Putten kennen we als een constructieve, degelijke, zuinige partij, ook als het om ambtenaren uren gaat. Deze motie zette het college en haar ambtenaren echter volgens Wij Putten onnodig aan het werk.
Wij Putten heeft zomaar zelf gegoogeld… en wat blijkt: zo’n voorbedrukt bord kost al gauw tussen € 1.000 en € 1.250 per voorbedrukt bord, per verkiezing. Kosten per verkiezing voor alle plekken in Putten zeg ’s een slordige tien mille.

Onze eigen gemeentelijke borden inclusief ambtelijke uren om te plaatsen, kosten nooit meer dan 1.000 euro per verkiezing.
Hoppa… we kunnen dus zo minstens € 9.000 besparen. Belastinggeld besparen. Gewoon, met ouderwets plakken met posters van verschillende grootte, beetje scheef en een beetje stout in de ‘foute’ volgorde.

Wij Putten plakploeg
We hebben daarom op 6 april aan de overige partijen aangeboden dat Wij Putten de posters wel wil ophangen. De plakploeg heeft in 2014 maar € 6,00 aan plaksel uitgegeven. En we doen het met veel plezier. Daarom nogmaals ons aanbod: De Wij Putten plakploeg is graag bereid voor de helft van het verschil in kosten, zijnde de helft van ongeveer 9.000 euro de Puttense verkiezingsborden ordentelijk te beplakken met de posters van alle deelnemende partijen in de goede volgorde.

Win win situatie.
De gemeente bespaart € 4.500 en Wij Putten verdient €4.500 en daar kunnen we dan een leuke campagne van draaien….
Maar we hebben nóg een beter idee…. de inwoners van Putten deze verspilling van belastingcenten te besparen en over te gaan naar de orde van de dag.

Lees HIER wat de Stentor er op 17 juli over schreef.